Nederlands
English
Rekenhulpkaart
10 exemplaren
Veel leerlingen maken rekenopgaven en -toetsen slechter dan ‘nodig’ zou zijn, doordat ze verschillende rekenfeiten niet kunnen onthouden. Veel van deze kinderen gebruiken nu vaak een hulpkaart of hulpboekje waarin zoveel informatie staat, dat ze door de bomen het bos niet meer zien.
Marleen Postma, al tien jaar werkzaam in de bovenbouw van een basisschool, liep hier ook met haar eigen leerlingen tegenaan. Ze ontwikkelde een overzichtelijke hulpkaart waar alleen die belangrijke rekenfeiten op staan, die leerlingen aan het einde van de basisschool moeten beheersen om 1F (fundamenteel niveau) te behalen. Daarnaast ontwikkelde ze ook een hulpkaart voor leerlingen die een iets hoger (streef)niveau (1S) aan kunnen.
Wat staat er op Rekenhulpkaart 1F?
De Rekenhulpkaart 1F biedt weetjes op de volgende gebieden:
- Deel van een geheel
- Lastige begrippen
- Tijd
- Meten
- Tafels
- Wegen
- Inhoud
Wat staat er op Rekenhulpkaart 1S?
De Rekenhulpkaart 1F biedt weetjes op de volgende gebieden:
- Deel van een geheel
- Wegen
- Lastige begrippen
- Tijd
- Omtrek
- Inhoud
- Oppervlakte
- Windroos
- Tafels
- Lengte
- Gewicht
- Oppervlakte
- Inhoud
Kenmerken
De mat gelamineerde kaarten zijn A4-formaat en dubbelzijdig bedrukt.
Meer rekenen & rekenstoornissen
_w173_h400.png)
Veelgestelde vragen Rekenhulpkaarten
Mogen de Rekenhulpkaarten 1F en/of 1S worden gebruikt tijdens SO’s en proefwerken in het voortgezet onderwijs?
De Rekenhulpkaarten 1F en 1S zijn niet ontwikkeld om op het voortgezet onderwijs bij SO’s en proefwerken te worden gebruikt.
Het is aan de school zelf om te bepalen of leerlingen de Rekenhulpkaarten mogen gebruiken. Het al dan niet toestaan van dit gebruik tijdens SO’s en proefwerken zal afhankelijk (moeten) zijn van de schoolonderzoeks- of proefwerkeisen: het gebruik van de rekenhulpkaarten mag deze eisen niet raken.
Anders gezegd: wanneer de Rekenhulpkaart echt een hulp is; een vorm van uitwerkpapier voor de leerling, dan zou de school het gebruik van de kaart wel kunnen toestaan; geeft de rekenkaart zoveel informatie weg dat de leerling er voordeel van heeft, dan zou de school het gebruik van de kaart niet moeten toestaan.
Van de (meeste) informatie op de Rekenhulpkaarten wordt toch wel verondersteld dat de leerling in het VO hier kennis van heeft. En dus zou het een schoolonderzoeks- of proefwerkeis kunnen raken als deze kaarten bij de SO’s en proefwerken worden gebruikt.
Bij Centrale Examens (CE’s) mogen de Rekenhulpkaarten niet worden gebruikt. Hierbij zijn alleen de rekenkaarten van het CvTE toegestaan voor de leerling met een dyscalculieverklaring.