Behandelprotocol Posttraumatische stressstoornis

Exposure bij de behandeling van PTSS

In het Behandelprotocol Posttraumatische stressstoornis (PTSS) staat exposure centraal. De cliënt herbeleeft tijdens de sessies het trauma tot in detail, zodanig dat nieuwe, corrigerende cognitieve informatie toegevoegd kan worden en de angst zal dalen.

Imaginaire exposure en andere technieken

Het protocol is opgebouwd uit 10 sessies. Na de eerste sessie, waarin voornamelijk informatie aan de cliënt wordt verstrekt, volgen sessies waarin imaginaire exposure centraal staat. De therapeut kan technieken als doorvragen, ‘stilzetten van het beeld’ of de ‘slowmotion-techniek’ gebruiken om de cliënt te helpen bij de herbeleving. Uit diverse gecontroleerde onderzoeken is naar voren gekomen dat exposure heel effectief is, en toepasbaar bij een brede range van traumaslachtoffers.

Een CGT-behandeling

Behandelprotocollen zijn geschreven voor hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. Ze gebruiken veelal cognitief gedragstherapeutische technieken.

Een boek voor jou als behandelaar en een werkboek voor je cliënt

Alle protocollen bestaan uit twee delen: een therapeutenboek en een werkboek.

In het therapeutenboek is per sessie beschreven welke onderdelen je met de cliënt kunt bespreken en oefenen. Voor het bijhouden van de voortgang van jouw behandeling kun je gebruik maken van de registratielijsten, grafiekpapier en evaluatieformulieren. Daarnaast biedt het protocol je suggesties voor het oplossen van bij jouw cliënt voorkomende (klachtspecifieke) problemen.

In het werkboek vindt jouw cliënt naast uitgebreide informatie over de behandeling en haar verschillende onderdelen, oefeningen, registratieformulieren en klachtspecifieke vragenlijsten.