'Eenige wakkere jongens'

Tijdens de Tweede Wereldoorlog namen ruim 650 Nederlanders deel aan de luchtstrijd boven Europa. Bijna 235 van hen kwamen daarbij om. Wie waren zij?

Nederlandse oorlogsvliegers in de Britse strijdkrachten

'Eenige Wakkere Jongens' is de eerste integrale studie over de Nederlandse strijdkrachten in Groot-Brittannië. Het boek beschrijft de tot dusver onderbelichte geschiedenis van een groep onverschrokken jongemannen - uitgeweken militairen, vrijwilligers van overzee en Engelandvaarders - die hun leven riskeerden voor de vrijheid van anderen.

Dagboeken en interviews

Erwin van Loo promoveerde op dit onderwerp en is verbonden aan het NIMH. Hij maakte gebruik van uiteenlopend bronmateriaal uit zowel the National Archives  in Londen, het NIMH en het Nationaal Archief in Den Haag. Ook had hij contact met oorlogsvliegers zelf en nabestaanden van  mannen die waren omgekomen in de strijd.  Van Loo heeft onder andere gebruik gemaakt van interviews, dagboeken, brieven en krantenberichten. De jonge, dappere mannen die naar Engeland vertrokken, krijgen in dit boek een eigen verhaal.

Het Nederlands instituut voor Militaire Historie (NIMH)

Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag is een gespecialiseerd kennis- en onderzoekscentrum op het gebied van de Nederlandse militaire geschiedenis. Het Instituut publiceert wetenschappelijke studies, verzorgt onderwijs aan militaire opleidingsinstituten en universiteiten en maakt zijn verworven kennis en audiovisueel bezit toegankelijk voor een breed publiek. Voor informatie, zie: www.defensie.nl/nimh

In de pers

“Het proefschrift van Erwin van Loo valt op door de leesbaarheid, het hoge informatiegehalte, de fraaie vormgeving en de vele foto’s”-  Willem Bouwman (Nederlands Dagblad, 16 november 2013).

“Erwin van Loo is er in geslaagd om op basis van archieven en dossieronderzoek, waaronder dagboeken en brieven, gecombineerd met een veertigtal persoonlijke interviews met veteranen, een pakkend en coherent beeld te schetsen van de toen actieve oorlogsvlieger. Aan de orde komen de socio-economische ne religieuze achtergronden van de oorlogsvliegers, hun motivatie, hun operaties, hun training en de manier waarop ze die ingrijpende en vaak zo traumatische periode in de lucht en op grond doorstaan hebben (…).  Wat deze studie zo interessant maakt is de nadruk op het individuele aspect van de oorlogsvlieger zoals de angstgevoelens, de spanning en de risico-ervaringen, de verveling en eenzaamheid, het drankgebruik en de seks en – niet in de laatste plaats- de morele dilemma’s bij het doden van de tegenstander en bij de strategische bombardementen gericht tegen de burgerbevolking.” – prof. Dr. W. M. Oppedijk van Veen (Militaire Spectator, september 2014).