Handboek doeltaaldidactiek
Taalverwerving en doeltaal-leertaal
Doeltaal als leertaal?
Het klinkt zo vanzelfsprekend: de doeltaal gebruiken om leerlingen een vreemde taal effectiever te laten leren. Alleen: werkt het wel zo? Wordt er wel automatisch meer geleerd wanneer de docent de doeltaal inzet? Ja en nee. Het gaat namelijk niet om de kwantiteit van het doeltaalgebruik, maar om de kwaliteit: wanneer de docent de doeltaal bewust en didactisch verantwoord aanwendt, ontstaat er veel leerpotentieel.
Handboek doeltaaldidactiek biedt docenten een naslagwerk dat de kern van de tweede-taalverwervingstheorie uiteenzet, aanvult met nieuwe inzichten, en dat geheel koppelt aan het gebruik van de doeltaal als didactisch instrument: doeltaal-leertaal.
Het taaldidactisch fundament
Het handboek start met een overzichtelijke weergave van de belangrijkste theorieën uit de vreemdetalendidactiek: het taaldidactisch fundament. In vier themahoofdstukken worden vervolgens praktische didactische handreikingen gedaan om de doeltaal te gebruiken, telkens voorzien van onderbouwing, uitleg, lesideeën en vele voorbeelden.
Brug naar de praktijk
Elk hoofdstuk wordt ingeleid door een praktijkcasus die als rode draad terugkeert, veelvuldig aangevuld met illustraties uit de lespraktijk van vreemdetalendocenten. Er is bovendien aandacht voor doeltaalgebruik in specifieke onderwijssituaties, zoals NT2-onderwijs en het tweetalig onderwijs. Het boek sluit af met concrete aanwijzingen om doeltaal-leertaal stapsgewijs in de onderwijspraktijk te implementeren. Bij dit boek hoort een website met ondersteunend materiaal.
Inleiding: doeltaal-leertaal en taalverwerving
De opbouw van dit handboek Docenten-taalbewustzijn
De basis van de taalverwervingsdidactiek: vier hypotheses
Hoe werkt leren?
Doeltaal-leertaal, het onderzoek
Kortom
1 Instrumenteel doeltaalgebruik
1.1 Doeltaal begrijpelijk maken
1.1.1 Spreektempo, uitspraak en segmenteren
1.1.2 Non-verbale ondersteuning
1.1.3 Ankers
1.2 Herhaling als didactisch instrument
1.2.1 Voorbereide en onvoorbereide herhaling
1.2.2 Herhaling door de leerling: focus op te leren stof en stap 1 van een inductief leerproces
1.2.3 Leercycli: herhaling op micro-, meso- en macroniveau
1.3 Corpus: een begrensde set woorden, constructies en grammatica
1.3.1 Corpus voortkomend uit leermaterialen en docentinput
1.3.2 Corpus uit taalproductie van leerlingen - een zichtbaar leerproces
1.3.3 Corpus: ten slotte
1.4 Denktijd organiseren
1.5 Mondeling gaat voor schriftelijk: dubbel stempelen!
1.6 Kortom
Opdrachten
2 Doeltaal of L1?
2.1 Het (relatieve) didactische belang van een hulptaal
2.2 Codeswitching
2.3 L1 voor vocabulaireverwerving, samenhang en contrast
2.4 L1 als metataal bij lastige vakinhoud of lastige communicatieve
taken, bij instructie of bij begripscontrole
2.4.1 Cognitive load
2.4.2 Inductieve instructie: voorrang voor de doeltaal
2.4.3 Soms L1, voor een effectieve les
2.5 L1, sociale aspecten, pedagogische noden en afspraken over
L1-gebruik in de klas
2.6 L1-gebruik en intelligentie, taal-leerproblematiek en motivatieproblematiek
2.7 Kortom
Opdrachten
3 Activeren en motiveren met de doeltaal
3.1 Vraagtechnieken en pushed output
3.1.1 Een leerzame vraag levert een leerzaam antwoord op: pushed output
3.1.2 Niet geheel authentiek, wel betekenisvol
3.1.3 Soorten vragen
3.1.4 Vragen tijdens de uitleg: inspelen op de werking van het geheugen
3.1.5 Vragen, of uitlokken door middel van prompts?
3.1.6 Hele zinnen (of niet?)
3.1.7 Pushed output per praktijkcontext
3.2 Spreekbereidheid
3.2.1 Motiverend taalgebruik is toegankelijk taalgebruik (met enkele bewuste obstakels)
3.2.2 Werkvormen die activeren en de spreekbereidheid vergroten
3.3 Routines
3.3.1 Routines bij vrije interactie en bij het aanbieden van leerstof
3.3.2 Routines opbouwen, differentiëren, volhouden, afwisselen en laten terugkomen
3.3.3 Modelleren, participeren, reageren en initiëren
3.3.4 Herhaling als routine
3.3.5 Na de routine …
3.4 Inductie
3.4.1 Heel logisch: inductie en doeltaalgebruik
3.5 Differentiëren en doeltaalgebruik
3.5.1 Differentiëren met de doeltaal: klassikaal en individueel
3.5.2 Bereid differentiëren met de doeltaal voor: drie aandachtspunten
3.6 Leerlinginteractie
3.6.1 Niveau
3.6.2 Veiligheid
3.6.3 Modelling
3.7 Motivatie voor doeltaalgebruik
3.7.1 Frames
3.7.2 Motivatie in kaart brengen
3.7.3 Afspraken over doeltaalgebruik
3.7.4 Metacognitie: zicht op het eigen leerproces om de motivatie en het leren te versterken (L2-self)
3.7.5 Motivational strategies (MotS)
3.7.6 Motivatie: de docent zelf, spiegelen en het goede voorbeeld geven
3.8 Kortom
Opdrachten
4 Veilig het leerproces bijsturen
4.1 Bijsturen met feedback
4.1.1 Moment en herhaling
4.1.2 Context
4.1.3 Leerstof en niveau
4.1.4 Input leveren en output ontlokken
4.1.5 Specificiteit en herkenning
4.1.6 Optimisme en aandacht voor gezette leerstappen: progressie-feedback
4.1.7 Feedback breed in de klas en peerfeedback
4.2 Begripscontrole en controle over het leerproces
4.2.1 Controle van het leren: observerend en in interactie
4.2.2 Controle van het leren: vragend
4.2.3 Controle van het leren: in routines
4.2.4 Controle van het leren: formatieve toetsing
4.2.5 Controle van het leren: summatieve toetsing
4.3 Scaffolding
4.4 Kortom
Opdrachten
5 Doeltaal als leertaal in specifieke contexten
5.1 Tweetalig onderwijs (tto)
5.2 Als er nauwelijks hulptaal beschikbaar is (zoals bij Nederlands als tweede taal, NT2)
5.2.1 Geen hulptaal? Cognitive overload ligt op de loer
5.2.2 Als we de doeltaal wel móéten gebruiken, ontstaat er automatisch een leerzame situatie
5.3 Doeltaaldidactiek in het basisonderwijs, beroepsonderwijs, hoger onderwijs en op de lerarenopleiding
5.3.1 Doeltaaldidactiek in het basisonderwijs
5.3.2 Doeltaaldidactiek in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs
5.3.3 Veel dubbele bodems: doeltaaldidactiek op
de lerarenopleiding
5.4 Kortom
Opdrachten
6 Aan de slag met doeltaal-leertaal
6.1 Didactiek voor het leren door docenten
6.1.1 Een didactisch leerproces naast een taalleerproces
6.1.2 Essentiële leeractiviteiten bij het leren van didactiek
6.1.3 Kies. Bewust. Less = more
6.1.4 De voorbereiding: deliberate practice
6.1.5 Noticing voor de docent: naar jezelf leren kijken door feedback en video-opnames
6.2 Professioneel leren in samenhang met de schoolcontext
6.2.1 Betrokkenheid van leerlingen bij jouw leerproces: leerzaam voor hen en voor jou
6.2.2 Leren met collega’s: samen professionele ontwikkeling doormaken
6.2.3 Inbedding in school en onderwijskundig beleid:
scholing en randvoorwaarden
6.3 Tot slot: 10 tips
6.4 Kortom
Opdrachten
Bronnen
Noten: vertaling van de Franse zinnen Bijlage A: Observatie-instrument doeltaal leertaal
Bijlage B: Pushed output in diverse praktische lescontexten Bijlage C: Formulier Eigen didactische ontwikkeling van les tot les Register
Over de auteurs van de opdrachten
Over de auteur
Extra voor studenten:
Bij deze uitgave is additioneel studiemateriaal beschikbaar voor studenten. Deze kun je benaderen via de url in het boek.